Eik krijgt een nieuw thuis: stadsboswachter treft voorbereidingen

In de achtertuin van Spijkerkwartier-bewoner Harry aan de Kastanjelaan staat een kleine eik. Waarschijnlijk is het een zaailing van de reus die een stukje verderop staat te pronken. Een eik kan groot worden als hij de ruimte heeft, maar dat is bij deze zaailing jammer genoeg niet het geval. Daarom krijgt de boom een nieuw thuis waar hij zich zo lang en ver kan uitstrekken als hij maar wil.

Voorbereidingen

Een eik verplaatsen doe je niet zomaar. Bomen (ver)planten is een vak en er gaan de nodige voorbereidingen aan vooraf. Dat gebeurt onder andere door de boom uit te steken. Door de wortels af te snijden wordt het eikje gedwongen nieuwe aan te maken en ontstaat er na een poosje een compacte kluit. Onze eigen Arnhemse stadsboswachter Willem de Feijer weet precies hoe dat moet. Op 15 december 2023 is het zover en stapt hij met een uitgebreid arsenaal aan vervaarlijk ogend gereedschap de tuin in om de boel te inspecteren.

 

Het BuurtGroenBedrijf is er natuurlijk ook. Jolanda helpt mee met het voorwerk voor de verplaatsing.  Als de boom straks verhuisd is, wordt de tuin van Harry gebruikt om een eigen wijkkwekerij op te zetten. Jolanda wijst naar de planten naast het eikje: “Kijk, de eerste planten van de kwekerij staan er al. Die komen uit de Groen van Prinstererstraat. Daar waar ze stonden, zijn nu heesters geplant.” 

Wortelprofiel

Zover is het nog niet. Eerst onderzoekt Willem of het überhaupt zin heeft de eik te verplaatsen. Bomen die als zaailing opgroeien hebben vaak een oppervlakkig wortelgestel. Een boom heeft minder kans aan te slaan op een nieuwe plek als hij te veel aan de oppervlakte is geworteld en te weinig wortels heeft, legt Willem uit. Bomen die groot worden op een kwekerij hebben daar geen last van. Die worden steeds verplaatst en ontwikkelen zo een compacte kluit.

Om te weten hoe ons eikje geworteld is, maakt Willem een wortelprofiel. Maar voordat hij kan beginnen met het graven van de sleuf die hem in staat stelt de wortelstructuur te bekijken, moet hij weten hoe groot de kluit wordt. Daarvoor meet hij de stam op. “De diameter van de kluit wordt zo’n zes tot acht keer zo groot als de stam van de boom,” verklaart hij. “In dit geval is dat zo’n tien centimeter.”

Oppervlakkig kluitje

Op veertig centimeter afstand van de eik graaft hij vervolgens een brede sleuf die “zo diep is als dat we wortels tegenkomen.” De wortels die hij vindt, snijdt, hakt of zaagt hij door. Op wat dikke wortels bovenin na, valt er niet veel te ontdekken. Geen goed nieuws. Maar Willem is niet voor een gat te vangen en graaft een nieuwe sleuf aan de voorkant om te zien of het daar beter is. Gelukkig is dat het geval. “Kijk, hier zie je dat hij al een keer is doorgestoken. Er groeien allemaal kleinere, fijne worteltjes omheen. Het zal sowieso een oppervlakkig kluitje worden, maar hier kan ik wel iets mee.”

Stimuleren

Het uitsteken zet de eik dus aan tot het maken van nieuwe wortels, maar ook het plastic waarmee de kluit wordt omhuld, draagt daaraan bij. “Het folie stimuleert de wortels extra vanwege de condensvorming,” licht Willem toe. “Als het goed is, ziet het er straks hetzelfde uit zoals wanneer je een plantje in een plastic potje omkeert en groeien er allemaal kleine, fijne worteltjes.”

De eik is een kleine boom en krijgt een jaar de tijd om een fatsoenlijke kluit te ontwikkelen. Een groter exemplaar heeft wel twee of soms zelfs drie jaar nodig. Volgend najaar wordt er gekeken of de voorbereidingen gelukt zijn.

Ons eikje heeft trouwens nog geen nieuwe plek om naar toe te verhuizen. Wie wil dit boompje adopteren of weet een mooie openbare plek waar hij fijn door kan groeien? Laat het ons vooral weten!

Wordt vervolgd!